Teunisbloem correct zaaien en verzorgen
Inhoudsopgave
Hoe wordt de Teunisbloem correct gezaaid?
Teunisbloemen groeien in de natuur op zonnige plaatsen op arme droge bodems. Bijvoorbeeld in hoeveelheden op dijken, spoordijken en vuilstortplaatsen. Een vergelijkbare plaats geeft men deze planten in de tuin in de volle zon. De grond moet goed water doorlaatbaar zijn. Te veel vocht beschadigt de penwortels waardoor ze gaan rotten. Daarom is een zandige tot zandige kleibodem ideaal voor teunisbloemen. Een natte grond is niet geschikt, behalve als de moederbodem met grind gemengd wordt en een dam of verhoogd bed gemaakt wordt. Dankzij de dan verhoogde positie van de planten en een betere afloop van het water is er dan geen gevaar meer voor ophopend vocht.
Teunisbloemen zijn maar zelden als getopte planten in de handel te vinden. Gebruikelijker als het planten is het zaaien van de tweejarigen. Het zaad wordt tot de zomer gezaaid. Voor directe uitzaai, wordt het fijnkorrelige zaad gemengd met droog speelzand en direct in het bloemperk gezaaid. Het zand verdeelt de zaden veel gelijkmatiger. Bedek de zaden lichtjes met aarde. Na iets minder dan een maand zullen de teunisbloemzaailingen opkomen. Dichte afstanden tussen de zaailingen van minder dan 20 centimeter worden uitgedund. Hierdoor krijgen de resterende planten meer ruimte voor hun ontwikkeling.
Hoe wordt de teunisbloem correct verzorgd?
In de natuur doet de teunisbloem het voor: als ze een passende plaats krijgen, hebben ze geen verzorging meer nodig. Met hun penwortels halen ze de vochtigheid uit de diepe grond. Slechts jonge planten krijgen tijdens hete periodes nog water. Bemesten is niet nodig. Teunisbloemen geven de voorkeur aan magere omstandigheden en voedingsstoffen kennen ze niet echt. Daarom laat men de teunisbloemen in het eerste standjaar gewoon groeien.
Hoe worden teunisbloemen correct vermeerderd?
In het tweede jaar wordt de schaar voor het eerst genomen. Voordat het zaad rijp is worden de bloemtakken afgeknipt als tenminste het zichzelf uitzaaien voorkomen moet worden. Als de planten vrij spel krijgen, gaan de zaaddozen open en zijn al snel in de hele tuin te vinden. Om ze doelgericht te vermeerderen laat men enkele planten zaad vormen en worden de zaden geoogst voordat de kapsels opengaan. Het delen van de wortelstok is niet mogelijk. Penwortels kunnen niet of nauwelijks gesplitst worden.
Op vochtige of ongunstige standplaatsen kunnen schimmelziektes ontstaan. Witte meeldauw bedekt vaak de bladeren van teunisbloemen na droge periodes en het begin van de regen in de zomer.
Hoe kunnen teunisbloemen gebruikt worden?
Meer dan honderden jaren geleden begon de zegetocht van teunisbloemen in boeren tuinen. Zowel toen als ook nu zijn het volwaardige tuinplanten met een grote sierwaarde. Hun grote bloemen zijn oogstrelend voor elke toeschouwer. Tegenwoordig zijn ze goed zichtbaar in bloemen- en vaste plantenperken en zijn ze geschikt voor grind- en insectenvriendelijke natuurtuinen. Bestendiger zijn overblijvende teunisbloemen, bijv. Oenothera macrocarpa en Oenothera tetragona. Zij vormen een goed en winterhard alternatief voor eenjarige en tweejarige soorten.
Wat zijn de geneeskrachtige eigenschappen van de teunisbloem?
In kruidentuinen wordt de gewone teunisbloem als keuken- en geneeskundig kruid gekweekt. Met onvoorstelbare vermogens heeft het een positief effect op het welzijn en verlicht het klachten. Inwendig zouden de bladeren, stamschors en bloemen helpen bij astmatische en menopauzale klachten, alsook bij problemen met de bloedsomloop en de spijsvertering. De thee wordt beschouwd als een middel tegen diarree. Het kruid zou ook genezende eigenschappen hebben bij huid- en nagelaandoeningen, ontstekingen en jeuk, leverklachten en artritis. In de natuurgeneeskunde wordt de olie van de geperste zaden vaak gebruikt voor behandeling. Het bevat meervoudig onverzadigde vetzuren, vitamine E en een grote hoeveelheid linolzuur. Industrieel wordt de olie gebruikt in voedingssupplementen en cosmetica.
Bovendien kunnen de jonge bladeren en de pastinaakachtige wortels smakelijk in de keuken worden bereid. Jonge bladeren verrijken salades en worden gebruikt als specerij in de keuken. De eenjarige wortels worden gekookt en gebruikt in groenteschotels en stoofpotten. Geplukte bloemen zijn een decoratieve garnering op een saladeschotel. Zelfs de onrijpe peulen kunnen gestoomd worden gegeten.
Is de teunisbloem giftig?
De gewone teunisbloem is niet giftig en kan zonder meer in matige doses worden gebruikt. Alleen mensen met een allergie moeten het gebruik vooraf controleren.
Verdere informatie
Teunisbloemen zijn kruiden, vaste planten en halfstruiken, die nog veel van hun originaliteit hebben behouden. De thuisregio’s van de 150 verschillende teunisbloemsoorten strekken zich uit van Noord- tot Zuid-Amerika. In de afgelopen eeuwen hebben ze zich ook met succes genesteld in Europa, Azië en Afrika. In de Europese natuur komen ongeveer 15 verschillende soorten voor. Een daarvan is de gewone teunisbloem (Oenothera biennis), ook wel hamkruid, trotse Hendrik of rapontika genoemd. Hoewel hij op vele plaatsen voorkomt, is hij geenszins inheems, maar een geïntroduceerde neofiet uit het oosten van Noord-Amerika. De plant werd 400 jaar geleden zo decoratief gevonden dat hij naar Europa werd gebracht. In zeer korte tijd vond het zijn weg naar boerentuinen. Daar ontwikkelde het een eigen leven en brak het uit de tuincultuur en leefde het zich uit in de natuur. Tegenwoordig is de kortlevende plant te vinden op talrijke braakliggende terreinen, dijken en spoorbermen.
De soortnaam „biennis“ verraad het al: de gewone teunisbloem is een tweejarige soms ook eenjarige plant. Ze loopt in het eerste jaar verschijnt er een rozet van bladeren uit een penwortel. In het volgende jaar groeit hij uit tot een rechtopstaande scheut tot 1,5 meter hoog met behaarde, omgekeerd eironde bladeren. Opvallend zijn de gele, sterk geurende komvormige bloemen. Ze gaan open op zachte zomer- en herfstavonden bij het vallen van de schemering en vervagen vrij snel. Omdat zich voortdurend nieuwe bloemen vormen, wordt het plezier van de bloei vanaf midzomer tot diep in de nazomer bewaard. Ze trekken motten en andere laat actieve insecten aan. Uit de bloemen ontwikkelen zich kleine peulen met enkele honderden zaden elk. De bekende "teunisbloemolie" wordt daaruit gewonnen.
Hoewel de teunisbloem nu een wijdverbreide en kortlevende wilde plant is, ontbreekt het haar niet aan charme noch aan gebruiksmogelijkheden. Het is een welkome aanvulling op kleurrijke zomerbloeiers, insecten- en vlindertuinen, kruiden- en medicinale plantentuinen. De bladeren en bloemen zijn eetbaar. Koks die van experimenteren houden, hebben al lang een voorliefde voor het bloemige kruid. Ook wetenschappers hebben de teunisbloem onder de loep genomen en oude kruidenkennis bevestigd. Vooral de olie heeft een hele reeks gezondheidsbevorderende eigenschappen, zodat deze "wilde" teunisbloem zelfs industrieel wordt geteeld.