Lobelia correct planten en verzorgen
Inhoudsopgave
Hoe wordt de lobelia geplant?
De planten, die oorspronkelijk uit Zuid-Afrika afkomstig zijn, zijn verwend door de zon. Ze groeien ook in de halfschaduw, bloeien dan echter niet meer uitbundig. Alleen om deze reden geeft men hun een plaats in de zon. Rechtop groeiende soorten zijn geschikt voor potten, schalen, graf- en perkbeplantingen. Hangende lobelia’s worden in hanging baskets, bloembakken of als onderbeplanting bij potplanten gebruikt. Men plant ze aan de rand, waar ze al na korte tijd overheen groeien. Bij de grond is de lobelia niet kieskeurig. In potten is elke normaal in de handel verkrijgbare potgrond voldoende. Een drainage in de vorm van bv. een potscherf zorgt voor een goede waterafloop en reduceert het gevaar van een natte wortelkluit. Goed geschikt zijn ook bloembakken en hanging baskets met een waterreservoir. Ze verminderen het gieten en de bodem wordt langdurig gelijkmatig vochtig gehouden. In de volle grond geplant is een normale bodem zonder stuwend vocht aan te raden.
Voor de teelt zaait u lobeliazaad zo dun en gelijkmatig mogelijk van eind februari tot half maart. Dek de zaden niet af, want lobelia's zijn lichtkiemers. De zaden worden gezaaid op een vensterbank, in de serre of in een verwarmde kas bij ongeveer 18° C. De zaden worden vervolgens in de tuin geplant. Wanneer het ontkiemen begint, worden de dicht opeengepakte planten in potten gescheiden. Zet de jonge planten na het ontkiemen op een koelere plaats, zodat hun weefsel kan aansterken. Lange scheuten worden regelmatig getopt om vertakking te bevorderen. Bewaar de lobelia op een beschutte plaats tot de laatste vorst. Wacht met uitplanten in de volle grond tot half mei, wanneer het laatste vorstgevaar met de ijsheiligen is geweken.
Hoe worden lobelia’s verzorgd?
De verzorging van de lobelia’s is heel eenvoudig. Regelmatig gieten houdt de bodem gelijkmatig vochtig. Om te veel vocht te voorkomen, wordt met de vinger gevoeld of gegoten moet worden. Vooral in potten kan vocht blijven staan. Om veel mooie bloemen te krijgen zijn voedingsstoffen noodzakelijk. Lobelia’s worden niet afzonderlijk bemest, maar net als de andere balkonplanten verzorgd. Alle twee weken kan bij het gietwater een vloeibare balkonplanten meststof toegevoegd worden. De dosering is afhankelijk van de samenstelling en men volgt de instructies van de fabrikant. Vanaf de zomer wordt alleen nog meststof zonder stikstof gebruikt.
Hoe worden lobelia’s gesnoeid?
Het regelmatige verwijderen van de uitgebloeide bloemen is bij de enorme hoeveelheid bloemen moeilijk. Daarom worden, na de eerste hoofdbloei in juli, de planten ongeveer voor een derde deel ingekort. Daarna ontwaakt nieuw leven in de lobelia’s en wordt een nieuwe bloeiperiode opgewekt. De lobelia’s worden geheel verwijderd als in de nazomer de bloeivreugde afneemt en ze door regen en koude lelijk worden.
Van hun wezen zijn lobelia’s vaste planten en kunnen theoretisch ook overwinteren. Sommige soorten lijken ook wat stabieler. Maar wat theoretisch mogelijk is, kan praktisch niet erg zinvol zijn. Vaak zijn overwinterde planten duidelijk zwakker het jaar daarop, zodat een eenjarige teelt zinvol is. Veel soorten geven zaad na de bloei. Als deze verzameld en gezaaid worden, krijgt men een botanische wondermix. De cultivars kruisen zich en de nakomelingen zijn niet meer raszuiver.
Problemen krijgen lobelia’s als ze op een slechte plek staan of verkeerd behandeld worden. Te veel vocht, te veel mest of een ontbrekende luchtcirculatie bevorderen de grijze schimmel en andere schimmelziektes. Als men dit vroeg genoeg ontdekt worden deze er consequent uitgeknipt en verwijderd.
Hoe worden lobelia’s gebruikt?
Lobelia’s zijn klassiekers bij de perk- en balkonplanten. Of ze nu in hanging baskets in het tuinperk, in bloembakken of als losse onderbeplanting bij potten gebruikt worden, de lobelia vervult betrouwbaar haar diensten. Hangende soorten vormen lange bloeiende takken en groeien over de potten. Ze kunnen uitstekend gecombineerd worden met de Oost-Indische kers (Tropaeolum), geraniums (Pelargonium) of de wolfsmelk (Euphorbia hypericifolia). Rechtop groeiende soorten met een compacte groei kunnen mooi in groepjes geplant worden voor bonte perk- en grafbeplantingen en vormen in een rij geplant ook prachtige facetten. Met grotere groepen kunnen ze grote vlaktes bedekken. Dankzij de verschillende bloemkleuren zijn ook patroon beplantingen mogelijk.
Welke Lobelia Variëteiten zijn er?
Van de lobelia zijn er talrijke variëteiten, die bijna jaarlijks door nieuwe soorten afgelost worden. Bij het kopen van deze planten kan men zich laten inspireren. Voor de tuin zijn er winterharde vaste planten, die goed over kunnen blijven.
- Kardinaalslobelia (Lobelia cardinalis) – kortlevende vaste planten soort met stralend rode bloemen, voor perk- en groepsbeplanting.
- Blauwe kardinaalslobelia (Lobelia siphilitica) – goed groeiende vaste planten soort met stralende blauwe of deels ook witte bloeiende kaarsen.
- Lobelia (Lobelia x speciosa) – Kortlevende rechtop groeiende cultivar met grote bloeiende kaarsen in verschillende kleuren.
- Scharlaken lobelia (Lobelia splendens) – wortels vormende vaste planten soort met stralend rode bloeiende kaarsen voor struikbeplantingen
Verdere informatie
De term bloemenzee is treffend van toepassing op de lobelia. Lobelia erinus, kort gezegd lobelia is de bekendste van de meer dan 400 soorten die bijna over de hele wereld verspreid zijn. Lobelia’s, botanisch Lobelia en genoemd naar een Vlaamse botanicus, behoort tot de klokjesfamilie. (Campanulaceae). Ze groeien als eenjarige, vaste planten of halfstruiken in de tropen tot in de gematigde zone. Haar natuurlijke standplaatsen zijn heel variabel en lopen uiteen van moerassen, natte weiden, berghellingen tot droge leefomgevingen in woestijngebieden.
Bij de tuinders zijn enkele vaste planten lobelia’s (bv. de lobelia cardinalis of de lobelia siphilitica) en haar hybriden in de meerjarige teelt in de volle grond bekend. Beter bekend is de lobelia erinus of gewone lobelia, die op veel plaatsen in bakken, hanging baskets en in potten te vinden is. Deze lobelia soort is oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Afrika en groeit daar als kortlevende plant. Bij ons wordt de plant en haar cultivars als eenjarige geteeld. Ze is een vast en onmisbaar bestanddeel bij veel tuinders. De gewone lobelia vormt, afhankelijk van haar soort, een compacte of hangende, goed vertakte struik met kleine omgekeerd eironde bladeren met een gezaagde rand. Rechtop groeiende soorten bereiken een hoogte van tot wel 30 cm. Hangende cultivars bereiken met hun laag liggende takken een lengte van wel bijna een meter. Kleine losse trossen witte, blauwe, roze, paarse of rode bloemen vormen zich zowel aan het uiteinde van de scheuten als in de oksels gedurende de hele zomer. Ze bestaan uit een wit of geelachtig gekleurd bloemcentrum en een uitwaaierende onderlip. De vorm van de bloemen heeft iets gemeen met orchideeën. Als men de bloemen langs de symmetrieas halveert, krijgt men twee spiegelbeeldige helften. Deze bloemeigenschap wordt in de plantkunde zygomorf genoemd.
Het vermogen van de lobelia om een constante hoeveelheid nieuwe bloemen te produceren maakt haar tot een zeer populaire balkonplant. Ze kan worden gebruikt om in de zomer hanging baskets, bakken of andere potten te beplanten. Hangende cultivars vallen met hun bloemuitlopers gewillig over de rand van de pot en verbergen de plantenbak achter hun bloemenpracht. Maar de lobelia trekt niet alleen de aandacht op balkons, maar ook in graven, zomer- en wisselbeplantingen. Zelfs in onregelmatige vaste plantenbedden zorgt deze compacte eenjarige voor tijdelijk bloeiplezier. Haar overvloed aan bloemen in combinatie met haar compacte groei is mooi om te zien als een bloeiende border. Ze zijn ongelooflijk gemakkelijk te verzorgen, sluiten vriendschap met de meeste plaatsen en verrukken de hele zomer door hun weelderige bloemenpracht. Het is geen wonder dat veel tuinders de mooie lobelia’s in hun hart hebben gesloten.