Vuurdoorn (Pyracantha)
Inhoudsopgave
Hoe wordt vuurdoorn correct geplant?
De groenblijvende vuurdoorn (Pyracantha coccinea) staat het liefst op een zonnige tot halfschaduwrijke standplaats, maar bloeit weelderiger in de zon en draagt meer vruchten. Wat de bodem betreft zijn de planten zijn niet veeleisend, ze groeien in elke vruchtbare, goed doorlatende grond. Voor de vuurdoorn zijn hitte en vorst zijn geen probleem.Vuurdoornplanten in een pot kunnen bij vorstvrije temperaturen het hele jaar geplant worden, maar idealiter tussen maart en augustus, dan heeft de struik voldoende tijd om te wortelen voor de winter.
Pak de plant uit de transportverpakking en geef de plant indien nodig water (als de grond droog aanvoelt). Verwijder de zwarte plastic pot voor het planten.
Plant de vuurdoorn in het voorbereide plantgat, dat twee keer zo diep en breed moet zijn als de kluit. Als de ondergrond zanderig is, moet u verse, losse kwaliteit potgrond gebruiken. Als de tuingrond zwaar is, moet u ook wat grind of zand toevoegen, zodat de grond in het plantgebied beter doorlatend wordt. Hierdoor kunnen de planten wortels vormen en sneller groeien en voorkomt u ook stuwvocht. Zet de flink gegoten plant in het plantgat en vul de holte met een mengsel van grond en kweeksubstraat. Let er bij het planten op, dat u de kluit niet te diep plant, deze moet gelijk met de grond staan. Geef na het planten eenmaal flink water.
Voor het kweken in een pot gebruikt u ofwel doorlatende potgrond of beter, potgrond met grove bestanddelen. Er moet een afvoergat in de bodem van de pot zijn, dat is afgedekt met een drainage van potscherven om stuwvocht te voorkomen.
Als u de vuurdoorn als haag wilt planten, heeft u ongeveer drie planten per meter nodig, bij grotere planten 2 stuks. Als de struik solitair wordt geplant, moet de plantafstand tot andere planten ongeveer 1,50 m zijn.
Hoe wordt de vuurdoorn correct verzorgd?
De robuuste vuurdoorn is zeer droogtetolerant en heeft maar weinig water nodig. Alleen tijdens langere periodes van droogte moet u de planten goed water geven, zodat het water doordringt tot in de diepere aardlagen. Voor potplanten moet de grond gelijkmatig vochtig zijn, maar vrij van stuwvocht.
Voorzie de vuurdoorn in het voorjaar van een stikstofhoudende meststof, die hem ondersteunt bij de groei en bij de vorming van bloemen en vruchten. De voedingsstoffen worden aangebracht in de vorm van rijpe compost of organische mest.
De vuurdoorn groeit van nature bossig en heeft daarom geen snoei nodig. Na zeer koude winters en late vorst moeten echter af en toe bevroren scheuten worden afgesneden. Een jaarlijkse, sterke snoei in februari of maart bevordert de rijk vertakte nieuwe scheuten en een weelderige bloemzetting. Als u de vuurdoorn als haag of struikvorm kweekt, kunt u de vormsnoei na de bloei doen. Verwijder echter niet te veel bloemschermen, anders komen er in de herfst nauwelijks vruchten aan.
De vuurdoorn is winterhard en heeft daarom in de winter geen verdere bescherming nodig. Jonge planten kunnen worden beschermd door een bladerlaag in het wortelgebied. De vuurdoorn heeft als potlant winterbescherming nodig: bescherm de pot tegen te lage temperaturen met vlies. Vooral de wortels zijn gevoelig voor vorst.
Hoe kan de vuurdoorn worden gebruikt?
De weelderige bloem- en vruchtversieringen en het groenblijvende blad maken de vuurdoorn het hele jaar door een lust voor het oog. Dankzij zijn snoeitolerantie en herstellend vermogen is de vuurdoorn geschikt voor vele doeleinden: als vrijgroeiende of gesnoeide haag, als spalier of bodembedekker. Omdat de vuurdoorn zeer robuust, droogtetolerant en eenvoudig te verzorgen is, wordt hij ook vaak in openbaar groen aangeplant. Daarnaast zijn de planten ecologisch zeer waardevol, aangezien ze dienen als bijenweide en vogelvoer.