Magnolia planten, verzorgen en snoeien
Inhoud:
Hoe wordt de magnolia geplant?
De standplaats voor een magnolia moet goed worden doordacht. Ze groeien langzaam en reageren heel gevoelig als ze verplant worden. Na verloop van tijd worden ze groter en hebben plaats nodig. Daarom is het het beste grote magnolia’s solitair met voldoende plaats te planten. Voor heestergroepen zijn de kleinere soorten beter geschikt. Als standplaats kan zowel een zonnige of een halfschaduwrijke plaats worden gekozen. Magnolia’s verdragen echter de volle zon alleen maar als de bodem voldoende en gelijkmatig vochtig is. Een humeuze, voedingsrijke en verse bodem met een licht zure of neutrale pH-waarde heeft de voorkeur. De magnolia reageert gevoelig op een te droge of een te natte bodem. Droogte heeft het gevolg dat de bladeren geel verkleuren en niet meer groeien. Een te natte bodem bevordert schimmelziektes.
Bij zandbodems is het raadzaam voor het planten, rijkelijk humus of compost toe te voegen. Deze biologische toevoegingen vergaan door micro-organismen en moet jaarlijks door compost mulch worden vernieuwd. Zware leembodems kunnen door een toevoeging van kiezelsteentjes doorlatender worden gemaakt.
De magnolia wordt in het voorjaar geplant. Als een magnolia in de herfst wordt geplant kan het gebeuren dat ze het nogal zwaar hebben in de eerste winter en bij ongunstige weersomstandigheden ook vorstschade oplopen. Bij het planten wordt het plantgat minstens 3x zo groot als de kluit uitgegraven. De wortels die dicht aan de oppervlakte liggen zijn heel gevoelig en mogen noch bij het planten, noch later worden beschadigd. Dit is ook de reden dat het verplanten van magnolia’s over het algemeen vermeden moet worden. Een droge wortelbal kan in een waterbad worden gedompeld. Bij het inzetten van de kluit moet deze met de oppervlakte van de bodem afsluiten. Een gietrand verzamelt in het eerste jaar de vochtigheid en transporteert ze naar de wortels van de planten. Bodemwerkzaamheden in de buurt van de wortels moeten worden vermeden. Boomschorssnippers beschermen tegen een uitwaseming en zorgen voor onkruidvrije boomschijven. Meer over het onderwerp magnolia planten.
Hoe worden magnolia’s verzorgd?
Magnolia’s stellen meer eisen dan andere sierstruiken. Als ze op de goede plek staan is het belangrijk op een gelijkmatige vochtigheid van de bodem te letten. Droogte leidt tot ontwikkelingsstoringen. Het is raadzaam boomschorssnippers op de boomschijven te leggen en dit jaarlijks te vernieuwen.
Hoe wordt een magnolia bemest?
Als bemesting kunnen biologische bemestingen voor sierheesters of hoornspaanders worden gebruikt. Op een lichte zandbodem kan een mulchende compostlaag worden aangebracht. Ze geeft behalve voedingsstoffen ook humus aan de plant af, wat vochtigheid beter opslaat dan het zand. Het organische materiaal wordt er alleen opgelegd en niet erin geharkt want de wortels van de magnolia liggen dicht aan de oppervlakte.
Hoe wordt een magnolia gesnoeid?
Magnolia’s worden zelden gesnoeid. De sierheester groeien zo langzaam en vormen een natuurlijke los vertakte kroon. Alleen als takken niet in de gewenste vorm groeien of andere takken storen kunnen deze verwijderd of opgekroond worden.
Als magnolia’s na enkele jaren gewend zijn aan hun standplaats zijn ze voldoende vorstbestendig. Slechts de bloemen van de vroegbloeiende soorten zoals de tulp-magnolia kunnen door late vorstperiodes worden beschadigd. Ervaren tuinders vertragen de bloei door in de winter, als de bodem bevroren is, een dikke laag boomschorssnippers op de boomschijf te leggen. In het voorjaar duurt het dan langer voordat de bodem voldoende verwarmd is, waardoor de plant later met het uitlopen en de bloei begint. Meer over het onderwerp magnolia snoeien.
Hoe worden magnolia’s vermeerderd?
Het vermeerderen van magnolia’s is voor de tuinders een echt geduldspelletje. Sommige soorten die uit zaad zijn vermeerderd hebben wel 30 jaar nodig voordat ze de eerste bloei laten zien. In de herfst uitgezaaide en gestratificeerde zaden kiemen meestal goed. Eenvoudiger is het bewortelen van half verhoute stekjes van de bladverliezende magnolia’s in de vroege zomer en van de groenblijvende soorten in de late zomer of vroege herfst. Afleggers van de top van de stengels zijn ook mogelijk, maar het bewortelen kan wel 2 jaar duren. Beroepstuinders en plantenkwekers gebruiken vandaag de dag vaak de snelle vermeerdering in het laboratorium.
Een groot voordeel hebben magnolia’s: ze zijn bijna niet bevattelijk voor ziektes en ongedierte. Bij grote uitzondering kunnen problemen ontstaan door de rode vlekken ziekte, bacteriologische bladvlekken en schildluizen.
Waar kun je magnolia’s gebruiken?
Magnolia’s zijn prachtige bloeiende heesters die afhankelijk van de soort grote stuiken of grote bomen met een losse kroon worden. Kleinere soorten, zoals de stermagnolia (magnolia stellata) bloeien vroeg en kunnen uitstekend in perken met struiken en heesters worden toegevoegd. Tulpmagnolia’s (magnolia x soulangeana) kunnen prachtig solitair staan. De bloemen zijn voor elke tuinder een lust voor het oog omdat ze door hun grootte en de enorme verscheidenheid aan bloemen alle blikken naar zich toe trekken. In de afgelopen jaren zijn veel nieuwe soorten op de markt gekomen. Amerikaanse kwekers hebben ijverig vele nieuwe vormen gecreëerd, die uitblinken door hun bijzondere kleuren en betere vorstbestendigheid. Een uitdaging is al langer het kweken van een vroegbloeiende gele magnolia met een goede vorstbestendigheid. Intussen zijn er al kruisingen van Aziatische en Amerikaanse magnolia’s die deels aan deze eisen voldoen. Dit kweken is heel voordelig voor veel tuin- en plantenliefhebbers want bijna iedereen waardeert de magnolia zeer als vroegbloeiende sierheester.
Welke magnolia soorten zijn er?
De grote verscheidenheid aan magnolia soorten is, door de invloed van plantenkwekers, in de afgelopen jaren enorm gegroeid. Er zijn nog steeds de zuivere soorten, maar ook veel kruisingen tussen verschillende soorten.
- Tulp- of gewone magnolia (Magnolia x soulangeana) – hoog groeiende stuik of boom met grote roze kelkbloemen voordat het blad verschijnt.
- Komkommermagnolia (Magnolia acuminata) – zomergroene magnoliasoort, de vruchten lijken op komkommers, vandaar de naam.
- Brooklyn Magnolia (Magnolia brooklynensis) – gekweekte soort afkomstig uit de gerenommeerde Brooklyn Botanic Garden in de USA, Hybride van de komkommermagnolia (Magnolia acuminata) en Magnolia liliiflora, groeit in een struikvorm.
- Yulan Magnolia (Magnolie denudata) – zomergroene bladverliezende boom, de witte bloemen zijn het symbool voor reinheid.
- Geurende magnolia- Fairy (Michelia "Fairy Magnolia®") – deze magnolia is een kruising van Magnolia doltsopa x yunnanensis x figo, groenblijvend met veel geurende bloemen.
- Sternmagnolia (Magnolia stellata) – Gedrongen soort met witte stervormige bloemen voordat het blad verschijnt.
- Leliemagnolia (Magnolia liliiflora) – bossige struik met paarse bloemen vanaf het voorjaar tot in de late zomer.
- Loebner Magnolia (Magnolia x loebneri) – compacte zomergroene struik met witte tot paars overlopende bloemen in de lente.
- Kobushi-Magnolie (Magnolia kobus) – brede taps toelopende zomergroene boom met kelk tot schaalvormige bloemen in het midden van de lente.
Zijn magnolia’s giftig?
Het is niet bekend dat magnolia’s giftig zouden zijn.
Verdere Informatie
Bloeiende magnolia’s trekken in het voorjaar alle blikken naar zich toe. De statige struiken en bomen hebben een grote verscheidenheid aan soorten. Hun botanische naam danken deze heesters aan de Franse arts en botanicus Pierre Magnol, één van de oervaders van de taxonomische classificatie. Een primitieve opbouw van de bloemen doet vermoeden dat de magnolia tot de oudste bloeiende planten behoren. De wetenschappelijk gedocumenteerde gegevens geven aan dat er tussen 100 en 300 soorten magnolia’s bestaan. Ze wonen in natuurlijke levensruimte in Oost-Azië, het noorden van Zuid-Amerika, Midden-Amerika en het oostelijke Noord-Amerika.
Magnolia’s groeien als zomer- of groenblijvende struiken en bomen. De magnolia soorten van overzee zijn krachtiger en groeien uit tot statige bomen. Lichte en los vertakte kronen vormen hun spruit. De Aziatische soorten blijven kleiner en bloeien nog voordat de bladeren verschijnen. Populair zijn de markante bloemen die naarmate de bomen ouder worden, steeds talrijker worden. Ze zitten enkel op de takken, geuren vaak en zijn tamelijk groot. Ze zijn de belangrijkste reden daarvoor dat ze veel opzien baren in de tuinkwekerij. De vormen variëren van beker-, kelk-, kroon-, ster- tot schaalvormig. Heel bijzonder is dat de 6 tot 9 bloemblaadjes niet aan elkaar zijn gegroeid. Zomergroene magnolia’s bloeien meestal in het voorjaar, groenblijvende soorten daarentegen pas later in de zomer. Vanuit de bloemen ontstaan licht cilindervormige vruchtkegels oftewel balgvruchten. Net als de kleurrijke bloemen betoveren de vruchten met het zaad met opvallende kleurspellen.
Magnolia’s zijn uitstekende solitair staande planten, als ze tenminste voldoende plaats krijgen. In het begin is de groei aarzelend. In tegenstelling tot vele andere struiken, groeien ze pas krachtiger als ze ouder worden. Ze verrijken en implementeren indrukwekkend tuinen met struiken en bomen, mogen echter niet te dicht op buurplanten staan. Lager blijvende magnolia’s (zoals bv. de stermagnolia) kunnen ook heel goed in kleinere tuinen staan. De grote bloemen en de bloemenpracht aan de struik zijn in de hele tuinwereld erg geliefd. Inmiddels zijn er ook talrijke hybriden die door de opwindende verscheidenheid aan kleuren voor veel enthousiasme zorgen. In de tuin zijn bloeiende magnolia’s de trots van iedere tuinder.