Haagbeuk correct snoeien, planten en bemesten
Inhoudsopgave
Hoe wordt een haagbeuk geplant?
Hun populariteit kan worden verklaard door hun weinig veeleisende aard. De heesters houden van de zon, maar sluiten ook vriendschap met de schaduw. Op lichte plaatsen worden de scheuten blikdicht. Ook wat de bodem betreft zijn haagbeuken weinig veeleisend. Bijna elke bodem wordt door deze bescheiden heesters geaccepteerd. Het kan matig droog tot vochtig zijn, zanderig tot leemhoudend, zuur tot kalkrijk. Alleen stilstaand vocht past niet bij de planten. Daarom zijn moerassige gebieden aan de randen van beken en waterrijke gebieden niet geschikt.
Haagbeuken worden aangeboden als wortelnaakte planten in het voorjaar of de late herfst en als containerplanten het hele jaar door. Wortelnaakte heesters tot ca. 120 cm kunnen worden gekocht en in het vroege voorjaar of najaar worden geplant. Ze zijn veel goedkoper en doen niet onder voor potplanten. Voor grotere exemplaren worden containerplanten met een gezonde kluit aanbevolen. Voor een haagbeplanting worden 3 tot 5 haagbeuken per strekkende meter berekend, afhankelijk van de grootte van de plant. De plantafstand is belangrijk om een dekkende haag te creëren. Ter oriëntatie spant u een tuintouwtje om het verloop van de haag te markeren. Dompel de haagbeuken voor het planten in een waterbad. Geef de verse beplanting na het planten grondig water. Mulch tussen de planten voorkomt kiemend onkruid en houdt het vocht in de grond.
Een verse aanplant moet 3 jaar krijgen voordat er significante groei optreedt. De planten hebben deze tijd nodig om zich op de plek te vestigen en voldoende voet aan de grond te krijgen.
Hoe wordt een haagbeuk correct verzorgd?
Volwassen haagbeuken hebben geen speciale zorg nodig, behalve regelmatig snoeien. Water geven is nauwelijks nodig, zelfs niet tijdens langere droge perioden. Compostmulch bevordert het actieve bodemleven op zandgronden, vermindert de bodemverdamping en brengt voedingsstoffen in de bodem. Haagbeuken vormen een symbiose ("leefgemeenschappen") met wortelschimmels, die door het toevoegen van humus kunnen worden bevorderd.
Hoe wordt een haagbeuk gesnoeid?
De haagbeuk hagen worden twee keer per jaar gesnoeid om ze in vorm te brengen. De eerste snoeibeurt vindt plaats rond half juni en een tweede snoeibeurt in augustus. Als u de tweede snoeibeurt mist, kunt u in februari daaropvolgend alsnog snoeien voordat de planten uitlopen. Onverzorgde hagen kunnen krachtig gesnoeid worden. Zelfs snoeien tot op het oude hout wordt u niet kwalijk genomen. In het begin zijn ze minder dicht, maar binnen enkele jaren zijn ze weer blikdicht. Meer over haagbeuk snoeien.
Hoe wordt de haagbeuk vermeerderd?
De eenvoudigste manier van vermeerdering is door zaaien. De gevleugelde zaden worden in september geoogst en direct in kweekbakken of -bedden gezaaid. De kieming begint in het voorjaar. Variëteiten kunnen worden vermeerderd door stekken of enten. Groene stekken worden in de zomer gesneden en beworteld. Bij enten worden de enten in de winter op tweejarige onderstammen geplaatst.
Haagbeuken worden beschouwd als robuuste tuinplanten. Ze worden vrijwel nooit ernstig aangetast door ziekten of ongedierte. Wat wel vervelend is, is meeldauw, die in de zomer regelmatig de bladeren bedekt met zijn witte schimmel. Het veroorzaakt meestal geen ernstige schade. Gevaarlijker is de beukenschorsziekte oftewel meniezwam. Deze schimmelinfectie komt vaker voor in sterk verdichte grond. Verder kunnen bladluizen, rupsen of galmijten de heesters parasiteren.
Hoe kan een haagbeuk gebruikt worden?
Haagbeuken zijn bij de meeste tuinders bekend als haag- en vormheesters. Hun goede tolerantie voor snoeien maakt ze uitermate geschikt voor haagbeplanting. Haagbeuken zijn ideaal om zeer smalle heggen te kweken en tuinruimtes te creëren. Ze zijn ook zeer weinig veeleisend, accepteren bijna elke standplaats en vergen weinig onderhoud. Zonder snoeien ontwikkelen ze een boom- of struikachtige groei. Zo verrijken ze heesterborders of heestergroepen, vooral met andere herfstkleurige heesters (bv. esdoorns, kornoeljes of toverhazelaars). Alleen (solitair) vormen ze prachtige kronen en worden ze gebruikt als huisboom.
In tuinen kunnen haagbeuken op creatieve wijze worden gebruikt. De cultivar Carpinus betulus 'Fastigiata' vormt al na korte tijd een kegelvormige groei en is geschikt als solitaire plant. De cultivar 'Frans Fontaine' groeit vergelijkbaar en bereikt een hoogte van slechts 10 meter. De cultivar 'Monumentalis' is nog compacter en zwakker groeiend met een maximale hoogte van 7 meter.
Is een haagbeuk giftig?
In de wetenschappelijke literatuur is niets bekend over de toxiciteit van haagbeuken.
Wanneer is de bloeiperiode?
De bloeitijd van haagbeuken is in het voorjaar. De mannelijke gele katjes vallen meer op dan de kleinere vrouwelijke bloemen, die groenig van kleur zijn.
Verdere informatie
De haagbeuk (Carpinus betulus) is in veel tuinen te vinden als haag. Deze bladverliezende boom, afkomstig uit Midden- en Zuid-Europa, wordt in de volksmond ook wel meikeverhaag genoemd. De naam is verwarrend, want hoewel beuk in de naam voorkomt, zijn ze in het geheel niet verwant aan echte beuken. Haagbeuken behoren tot de berkenfamilie (Betulaceae). Ze staan veel dichter bij de berken (Betula) en hazelnoten (Corylus) dan bij de beuken (Fagus), waaraan de beukenfamilie (Fagaceae) haar naam te danken heeft.
In de natuur komen haagbeuken voor in droge gemengde bosformaties, vaak samen met eiken. De bodem van deze bossen biedt geen optimale omstandigheden voor beuken, zodat haagbeuken hun plaats innemen. De bladverliezende struiken staan bekend als hagen die goed gesnoeid kunnen worden. Zonder menselijk ingrijpen ontwikkelen haagbeuken zich tot middelgrote bomen en struiken die een verbazingwekkende 20 meter kunnen bereiken. In het jongere stadium vormen de heesters een kegelvormige groeiwijze die met de jaren ronder wordt. Vrijstaande haagbeuken kunnen 10 meter en meer breed worden. De schors van grotere takken wordt zilvergrijs, jonger hout is donkerbruin. In tegenstelling tot de echte beuken zijn de winterknoppen van haagbeuken korter en liggen ze dicht bij de scheut. Dit kenmerk maakt het mogelijk de twee heesters in de winter van elkaar te onderscheiden. De bladeren zitten afwisselend aan de twijgen. Ze zijn eirond tot elliptisch van vorm, frisgroen en vertonen duidelijk gescheiden bladnerven. De herfstverkleuring is geel en slechts een deel van het herfstblad valt op de grond. De rest blijft tot het voorjaar aan de plant en wordt met het begin van het uitlopen afgeworpen. De haagbeuk is een eenhuizige, apart gesplitste plant en draagt zowel mannelijke gele katjes als onopvallende vrouwelijke bloemen. Ze worden bestoven door de wind. De vrouwelijke bloemen produceren hangende zaadtrossen met kleine gevleugelde nootjes. Deze worden door de wind meegevoerd en verspreiden zich in hun omgeving.
In tuinen worden haagbeuken vooral aangetroffen als snij-tolerante en weinig veeleisende haag. In veel kasteelparken worden gevormde hagen gebruikt om tuinruimtes te creëren en verschillende gebieden van elkaar te scheiden. Haagbeuken zijn ook geschikt als aanvulling in losse groepen struiken of individueel op solitaire standplaatsen. Voor vogels en kleine dieren biedt de losse kroon een veilige schuilplaats.