Brem (Cytissus praecox)
Inhoud:
Hoe wordt een brem geplant?
De brem is een uiterst bescheiden plant die nauwelijks eisen stelt. Als ze op een zonnige warme standplaats in een zandige doorlatende bodem staat, bedankt zij u met een snelle groei. Zonnig moet het wel zijn, want in de schaduw ontstaan nauwelijks tot geen bloemen. De losse bodem moet diepgrondig zijn. De brem ontwikkelt een penwortel die diep in de aarde groeit. Ophopend vocht of een vaste oftewel vochtige bodem zijn problematisch voor de verder eenvoudige struiken.
Omdat de brem een penwortel vormt wordt ze normaalgesproken als containerplant aangeboden. Planten kan men vanaf het voorjaar tot aan de herfst, hoewel het voorjaar voor de mediterrane struiken aanbevolen wordt. Het plantgat wordt diep uitgegraven en op de bodem wordt een drainagelaag van fijne kiezelstenen of grof zand aangebracht. Ze zorgt voor het aflopen van het water en verhindert zo ophopend vocht rond de penwortel. De plant niet dieper planten als deze in de pot stond. Zware kleibodems moeten in elk geval worden gemengd met zand of split. Het loont de moeite een kleine heuvel als standplaats aan te leggen. Het water kan aan de zijkant weglopen en het gevaar van stuwvocht wordt zo minimaal.
De afstand tot andere planten moet ca. de halve eindhoogte van de plant bedragen. Na het planten wordt goed doordringend gegoten. Een losse laag boomschors verhindert in het begin het uitdrogen van de bodem. Verder gieten is dan niet meer nodig. Oudere bremplanten verplanten is niet aan te bevelen. Als de grote penwortel bij het uitgraven wordt beschadigd, kan de plant moeilijk weer aangroeien.
Hoe wordt de brem verzorgd?
Hoe minder aandacht aan de brem wordt besteed, des te beter gedijt deze. Uitgeplant hebben de struiken in de droge zomermaanden geen water of meststof nodig – ook de bodem hoeft niet verbeterd te worden. Meststof of andere voedingsstoffen bevordert de groei van takken en bladeren en zijn daardoor ongunstig voor de bloei. In een kuip geplant kan de penwortel geen water uit de diepte halen. Een beetje vochtigheid heeft de spaarzame plant dan wel nodig. Zodra het substraat in de kuip tot de helft is opgedroogd, wordt een beetje gegoten. De kuipplanten worden in de winter op een beschutte plaats gezet of dik met vlies of andere vorstbeschermingsmaatregelen ingepakt. Ze zijn gevoeliger dan planten in de volle grond. Als de planten in huis overwinteren, moet op bladluizen worden gelet.
Hoe wordt de brem gesnoeid?
Een brem hoeft eigenlijk niet te worden gesnoeid. Slechts storende takken die te breed worden of bevroren zijn, kunnen worden verwijderd. Een compacte dichte groei wordt verkregen als, na de bloei, één derde deel van de takken wordt afgeknipt. Voor alle snoeimaatregelen geldt dat niet in het oude hout mag worden gesnoeid. De brem heeft het dan moeilijk opnieuw uit te lopen. Meer over het onderwerp brem snoeien.
Hoe wordt de brem vermeerderd?
De brem wordt heel eenvoudig door zaad vermeerderd. Als de eerst peulvruchten openbarsten, wordt het zaad geoogst. Men kan deze het beste direct in het tuinperk uitzaaien of ze koel, droog en lichtbeschut in een donkere pot bewaren. Ze wordt in de herfst of in het voorjaar in een koude kas gezaaid. Half verhoute stekjes worden in de zomer gesnoeid. De wortels ontstaan niet gelijkmatig, zodat verlies van tevoren moet worden ingepland. Bij oudere bremplanten kan het gebeuren dat zijtakken aan de grond wortels krijgen. Ze worden met een schaar van de moederplant verwijderd en voorzichtig op een nieuwe plaats geplant.
Waarvoor kan de brem worden gebruikt?
Omdat de brem erg goed tegen droogte kan, kan deze veelzijdig worden gebruikt. Compacte of kruipende soorten zijn geschikt voor rotstuinen, voor bakken of om daken te begroenen. Hogere bremsoorten zijn geschikt voor de kuip, insectvriendelijke natuur- en wilde tuinen, heidetuinen en hellingen. Grote bremsoorten, die meer dan een meter hoog worden, zijn geschikt als achtergrondbeplanting van zonneperken of als aanvulling bij struikgewassen.
Een bekende soort uit de kruidenkennis is de verfbrem (Genista tinctoria). Vroeger als bitter, braakopwekkend kruid bekend – maar wordt vandaag de dag nog nauwelijks gebruikt. Kruidenvrouwen gebruiken echter de gele kleurstof van de bloemen om wol te verven.
Is de brem giftig?
Niet alle bremplanten zijn giftig, maar is afhankelijk van de soort. Giftig is bv. de Duitse brem of nog giftiger het verre familielid de bezembrem (Cytisus).
Wanneer bloeit de brem?
De brem bloeit in de vroege zomer vanaf eind mei. In de volle kleurenpracht stralen de gele struiken al van verre. De prachtige bloemenzee duurt tot in de zomer.
Verdere Inforamatie
In deze periode van klimaatverandering en toenemende droogte verandert de vegetatie in de tuin naar planten die droogte kunnen verdragen. Tot deze planten behoort ongetwijfeld de brem. Deze soort stamt uit de familie van de peulvruchten (Fabaceae) met ca. 100 soorten. De oude Latijnse naam van de plant is planta genista. Dat de brem zoveel voorkomt heeft er in de geschiedenis voor gezorgd dat veel plaatsen naar de brem zijn genoemd. Oorspronkelijk is de brem afkomstig van Midden-Europa en het middellandse zeegebied, via Noord-Afrika naar Azië, waar ze op voedingsarme weiden, rotsen of in leemgebieden groeien. Daarvandaan is ze verder gereisd en vandaag de dag op veel plaatsen in de wereld aan te treffen.
De brem is een veelal bladverliezende struik, die diepe wortels vormen. De struik groeit compact en wordt meestal niet hoger dan 0,5 tot 2 meter. Een uitzondering vormt de Genista Aetnensis die tot wel 5 meter hoog en breed kan groeien. De hedendaagse vorstperiodes zorgen echter regelmatig voor een natuurlijke verkleining van de struik. Markant zijn de lang gevormde takken. Ze lijken door de geringe hoeveelheid bladeren kaal, zijn deels met doorns of stekels bezet. Aan de spruit zitten afwisselend ongedeelde of 3-vormige bladeren. De bloemen domineren de sierwaarde van de struiken. De vooral gele vlinderbloemen zitten alleen of in trossen aan de takken. Tijdens de bloeiperiode stralen de struiken al van verre en een intensieve geur omhult ze. Geen wonder dat bijen, hommels en vlinders aangetrokken worden en daar hun nectar verzamelen. Uit de bevruchte bloemen ontstaan in de herfst peulvruchten. Ze bevatten zaden die als ze openbarsten er regelrecht uitgeslingerd worden.
De brem heeft verre familieleden: bezembrem (Cytisus), spaanse brem (Spartium junceum) of gaspeldoorn (Ulex). Als brem werden vaker die planten gezien, waarvan de takken tot een bezem werden verwerkt.
In tuinen wordt de brem door de toenemende hitte en droogte steeds populairder. Vooral de verfbrem met zijn stralend gele bloemen. De planten groeien snel, zelfs op droge plekken, en bloeien al na een korte periode. Afhankelijk van de groeihoogte bekleden de veelzijdige struiken, kiezel-, steen- en heidetuinen, sieren groepjes met struiken en borders met heesters. Ze worden ook wel gebruikt om hellingen en bermen te begroenen. Vorstgevoelige soorten kunnen ook in een kuip worden gehouden.
Sommige soorten zijn giftig.