Trusted Shops Guarantee
Terug

Bijenboom op de juiste manier planten, verzorgen en snoeien

Inhoud

 

Hoe wordt de bijenboom geplant?

De bijenboom geeft de voorkeur aan een zo mogelijk beschutte en warme, zonnige tot halfschaduwrijke plaats in de tuin. Vooral jonge planten zijn gevoelig voor de vorst, waardoor de boom goed beschermt moet worden tegen de koude noordoosten en noordwestenwind. Hitte en droge lucht verdraagt de bijenboom goed.

De bodem moet vers, humusrijk en doorlatend zijn met een pH-waarde tussen 5,5 en 7. Een droge zandbodem en een vochtige kleibodem worden weliswaar getolereerd, maar dit kan tot een vroege vergrijzing van de boom leiden.

Het is aan te bevelen de boom in het voorjaar te planten, zodat de boom goed kan wortelen en daarmee de eerste winter goed kan doorstaan. Een zandbodem wordt verbeterd met rijkelijk humus en in een kleihoudende vochtige bodem wordt zand of grind verwerkt. Na het planten worden rondom de wortels hoornspaanders en een laag mulch aangebracht. Bovendien is het raadzaam een paal naast de boom aan te brengen ter ondersteuning.

 

Hoe wordt een bijenboom verzorgd?

In een heel droog jaar heeft een bijenboom extra water nodig. Verder zijn ze eenvoudig te onderhouden en hebben geen regelmatige bemesting nodig.

Bijenbomen bloeien aan het nieuwe hout. Om in de late winter de bloemvorming te verbeteren kunnen de uitgebloeide takken tot op enkele ogen worden teruggesnoeid. Zo kan ook de omvang van de kroon goed worden gereguleerd. Af en toe kan de kroon uitgedund worden, zodat deze niet te dicht wordt.

In koude gebieden is een winterbescherming aan te bevelen. Rondom de wortels wordt een dikke laag mulch aangebracht en vervolgens met dennentakken bedekt. Omdat de gladde stam gevoelig is voor vorstscheuren, kan deze in de winter met een manchet van riet of jute worden beschut.

 

Hoe kan een bijenboom worden gebruikt?

Bijenbomen zijn niet alleen een belangrijke voedingsbron voor bijen, maar zien er door hun prachtige bloemen ook geweldig uit. Ze zijn geschikt op goed beschutte standplaatsen, zoals bv. een binnenhof. De bomen zien er solitair staand het mooiste uit, maar kunnen ook in een gemengde haag worden gebruikt. Als ze in de buurt van een terras worden geplant, kan men in de zomer van de lichte zoete geur van de bloemen genieten.

Het planten onder een bijenboom is niet zo eenvoudig omdat de boom de bodem intensief beworteld. De rotsooievaarsbek, hosta, het kijkblad, de schoenlappersplant en verschillende schaduwgrassen kunnen de hoge worteldruk het beste aan. 

 

Hoe wordt een bijenboom vermeerderd?

Bijenbomen kunnen het beste door zaad worden vermeerderd. Het zaad wat in de herfst wordt verzameld, wordt droog opgeslagen en in mei uitgezaaid, het beste in een niet verwarmde kas. Van tevoren wordt het zaad 8 uur lang in lauwwarm water geweekt. Na het inzaaien wordt het zaad met een dun laagje zand bedekt en worden de kweekbakken met folie of een transparante kunststof bedekking bedekt. De eerste winter is het dan ook noodzakelijk de vorstgevoelige zaailingen in een kas te laten overwinteren.

 

Ziekte en ongedierte

Een bijenboom is niet gevoelig voor ziektes en ongedierte.

 

Verdere Informatie

De bijenboom (Tetradium daniellii var. hupehensis, voorheen Euodia hupehensis) is afkomstig uit verschillende Chinese provincies, o.a. uit de naamgevende provincie Hubei (vroeger Hupeh genoemd). Ook in Korea is deze boom te vinden. De boom behoort tot de familie van de Rutaceae.

De bijenboom is een relatief kortlevende boom, deze wordt vaak niet veel ouder dan 40 jaar, hoewel er ook oudere exemplaren bestaan. Op een arme zandbodem kunnen reeds na 15 jaar de eerste tekenen van een vergrijzing ontstaan. De bijenboom groeit meestal eenstammig als kleine boom. Hij groeit per jaar 20 tot 40 cm en wordt in onze breedtegraden niet hoger dan 12 meter met een kroonbreedte van 8 tot 10 meter. De takken en twijgen bezitten een opvallend gladde grijze bast.

De zomergroene bladeren worden 20 tot 30 cm lang. Ze zijn oneven geveerd en bestaan uit eironde of lancetvormige aan het einde toegespitste, 5 tot 12 cm lange zacht behaarde deelbladeren. De bovenkant glanst viltig donkergroen en de onderkant is blauwgroen gekleurd. De bladeren hebben oliekliertjes en het blad stinkt bij kneuzing, waardoor de bijenboom ook onder de naam stinkes bekend is. De herfstkleur is afhankelijk van de soort en standplaats en varieert in werkelijk alle nuances van de kleur geel –schitterend-; van licht goudgeel tot donker oranjegeel, een hele bijzondere verschijning.

De ca. 1 cm grote crème-witte bloemen van de bijenboom verschijnen vanaf juli tot ca. eind september en bezitten meestal vier bloemblaadjes. Ze staan in 10 tot 20 cm grote pluimen aan het eind van de nieuwe takken. Bijenbomen zijn soms tweehuizig, meestal echter eenhuizig. Er zijn ook puur mannelijke bomen, de meeste bomen bezitten echter zowel vrouwelijke alsook mannelijke bloemen. De bloemen bevatten erg veel nectar en lokken met hun lichte zoete geur talrijke bijen aan. Mede door de late bloeiperiode is de bijenboom een bijzonder waardevolle voedingsbron en wordt daardoor zeer graag door imkers geplant. Een bij hoeft in het ideale geval maar 3 bloemen aan te vliegen om zijn honingmaag compleet met nectar te vullen.

Uit de bloemen van de bijenboom ontstaan vanaf augustus prachtige purperrode vijfdelige doosvruchten die kleine blauwzwarte zaadjes bevatten. Het zaad is bijzonder oliehoudend en wordt graag door vogels gegeten. Ook in de bloemsierkunst worden de vruchten graag gebruikt.

De rode vruchten van de bijenboom zijn bijna nog decoratiever dan de bloemen.

Passend daarbij...