Gewone Smeerwortel (Symphytum officinale)
De gewone smeerwortel, is een meerjarige, volhardende, kruidige sierstruik, die afkomstig is uit Middeneuropa en West-Azië en tot de familie van de ruwbladigen behoort. De gewone smeerwortel wordt vooral in de geneeskunde gebruikt, maar ook in de tuin weet de plant te overtuigen.
De gewone smeerwortel kan wel tot één meter hoog groeien. Langs rivierbedden, meertjes en bosranden alsook op een vochtige weide zijn deze van mei tot oktober met rood-paarse op klokjes lijkende bloemen in trossen hangend, te vinden.
Standplaats
De gewone smeerwortel geeft de voorkeur aan een moerasachtige, vochtige, humeuze bodem. Hij staat bijna ideaal op vochtige weiden naast het dotterknolkelkje en varens. Een standplaats in de halfschaduw is bovendien aan te bevelen. Geplant wordt de gewone smeerwortel op een afstand van ca. 40 cm.
Verzorgen
De gewone smeerwortel heeft bijna geen onderhoud nodig omdat deze als wilde plant helemaal vanzelf groeit. Ook bemesten is niet nodig als de plant op een vochtige, halfschaduwrijke plaats staat. In de late herfst, na de bloei in november, kan de plant tot op de grond worden teruggesnoeid, des te beter loopt de plant in het volgende jaar weer uit.
Oogst
Over het algemeen geldt de gewone smeerwortel als uitstekende meststof. Jonge blaadjes kunnen voor verse salades worden gebruikt en moeten in het voorjaar worden geoogst. Voor het vervaardigen van zalf worden de wortels en de bladeren gebruikt. Deze kunnen het gehele groeiseizoen worden ontnomen.