Terug

Meloen op de juiste manier snoeien, planten en oogsten

Inhoud

 

Hoe worden meloenen geplant?

Geëxponeerde en beschutte zonnige plaatsen met een losse, voedingsrijke humeuze bodem zijn ideaal voor meloenen. Een koude tochtige plaats of een plaats waar de buurplanten schaduw op hen werpt, stoort de meloenen in hun groei. Vooral de bodem moet snel warm kunnen worden. Daarom is een natte en koude kleibodem niet geschikt. Ze kunnen echter wel worden verbeterd door de bodem losser te maken of een heuvel te maken van zandige compostaarde. Deze verhoging zorgt ervoor dat het water goed kan weglopen en de bodem wordt zo sneller warm.

Nog beter dan in de volle grond lukt het kweken in een kas. Lage nachttemperaturen in de lente kunnen de van warmte houdende planten beschadigen. De nieuwe meloen soorten die tegenwoordig worden gekweekt zijn wel robuuster en beter voor de volle grond, maar ook dan is de oogst in de kas beduidend beter.

Meloenen stellen veel eisen aan de voeding. Zowel in de volle grond als in de kas moet minstens 4 weken voor het planten voedingsrijke compost of verrotte koemest in de grond worden verwerkt.

Bij het kweken in de kas kan al vanaf half tot eind maart begonnen worden met het voorkweken van de meloenen. Net als bij de komkommers of courgettes wordt het zaad in kleine potjes met kiemaarde uitgezaaid en bij ca. 25° C warm gehouden. Na enkele dagen begint met het verschijnen van de kiemblaadjes het eerste leven. Vier weken later zijn daaruit al stabiele jonge planten gegroeid. Voor de volle grond is het voldoende als begin tot half april wordt gezaaid. De jonge plantjes moeten vervolgens moeten op een ietwat koelere plaats verder groeien en robuuster worden, voordat ze in de volle grond kunnen. Geplant wordt op zijn vroegst na de ijsheiligen vanaf half mei. De temperaturen mogen niet meer onder de 10° C vallen.

In de kas bedraagt de afstand tot de andere planten ca. 1 meter, net als bij de komkommers. Snoeren of klimhulpen zorgen ervoor dat de takken niet op de grond kruipen, maar plaatsbesparend naar boven klimmen. In de volle grond kunnen spalieren voor een verticale groei zorgen. Een klimhulp is niet dwingend noodzakelijk, maar als de vruchten op de bodem rijpen, kunnen deze gaan rotten. Een schuine zeef of een hekje  kan voor het erover heen groeien en voor een betere beluchting van de spruit worden gebruikt.

Meloenpeer 'Sugar Gold®'
Meloenpeer 'Sugar Gold®'1 plant
€ 7,45

Hoe worden meloenen verzorgd?

Zon, warmte, voedingsstoffen en water zijn een garantie voor sappige en zoete meloenen. Op de zon en de warmte heeft men weinig invloed, omdat deze factoren door de weersomstandigheden worden bestemd. Voor water en voedingsstoffen kan echter gezorgd worden. Regelmatig gieten van de wortels zorgt ervoor dat de bodem voldoende vochtigheid krijgt. In de kas kan het beste ’s morgens worden gegoten, zodat het tot de avond kan opdrogen en daardoor schimmelinfecties vermeden kunnen worden. Positief voor de planten is het, als het water warm is. Hiervoor kan bv. de gieter twee tot drie uur in de volle zon staan. Een koude douche vindt de meloen maar niks. Meloenen reageren gevoelig op temperatuurverschillen. In het ergste geval vallen de bloemen en de vruchtbeginsels af.

 

Hoe wordt een meloen gesnoeid?

De hoofd- en langere zijtakken worden bij meloenen in de volle grond tot in juni getopt. Het toppen bevordert de vertakking. Meer takken zorgen voor meer vrouwelijke bloemen. Vijf vruchtbeginsels zijn voldoende voor een meloenplant. Te veel vruchten gaan ten koste van de grootte en de smaak van de vruchten. In de kas wordt de klimmende hoofdtak niet getopt, maar wel de zijtakken. Als de kas geheel gesloten is, kan het voorkomen dat geen bevruchting plaatsvindt. Tijdens de bloeiperiode worden daarom de ramen en de deuren overdag geopend om insecten naar binnen te lokken. Als de planten niet bevrucht worden, kan de bestuiving met een wattenstaafje met de hand worden gedaan. In de volle grond is het niet nodig bij de bevruchting te helpen. Hier is het belangrijk regelmatig de bodem los te maken en onkruid te wieden. Een wilde groei verhoogt bij het kweken aan de grond, de luchtvochtigheid en kan tot het rotten van de vruchten leiden of het optreden van schimmelziektes. Hier is het aan te bevelen stro tussen de planten te leggen als het een erg vochtig jaar is. Op deze manier wordt – net als bij aardbeien – het rottingsgevaar verminderd. Bij 5 vruchten per meloenplant is het ook voldoende als de meloenen kleine plankjes of omgedraaide onderleggers krijgen waar de vruchten op kunnen liggen.

Ziektes die bv. ook bij de komkommers kunnen optreden, kunnen ook de meloenen krijgen. Fusarium en de verwelkingsziekte, meeldauw, grauwe schimmel of wortelrot zijn bekende gevaren. Om dit te voorkomen kunnen de planten met een mengsel van heermoes of met andere versterkende middelen worden behandeld. Gevaarlijk zijn vooral ook grote temperatuur- en vochtigheidsverschillen. Als er na een hete droge dag een koude vochtige dag volgt, is een schimmelziekte vaak te voorzien. In de kas kunnen bladluizen de zachte takken besmetten.

 

Hoe worden meloenen gebruikt?

Meloenen uit eigen tuin of de kas zijn iets speciaals. Aan hun grote behoefte aan warmte kan in Midden-Europa slechts af en toe worden voldaan en daarom zijn meloenplanten niet standaard in de tuinen aan te treffen.

Een meloen die meer op fruit dan op groente lijkt, lest de dorst, verfijnt ijs, fruit en zoete gerechten. Gepureerd vruchtvlees smaakt geweldig in cocktails en is heerlijk verfrissend op hete zomerdagen.

 

Hoe worden meloenen geoogst?

De vruchten van meloenen worden afhankelijk van de regio vanaf eind juli of in augustus rijp. Het juiste tijdstip is te merken aan de heerlijke geur, een scheur in de steel of een doffe holle klank bij het kloppen. Dit afhankelijk van de soort. De vruchten worden met een scherp mes, of beter nog, een tuinschaar van de steel afgeknipt.

 

Welke meloensoorten zijn er?

Er is een verschil tussen suikermeloenen (Cucumis melo) en watermeloenen (Citrullus lanatus).  Van allebei de rassen zijn verschillende soorten met geheel verschillende plant- en vrucht kenmerken. Bij ons worden slechts zelden watermeloenen gekweekt. Meer verspreid zijn suikermeloenen, waartoe de honingmeloenen, suikermeloenen en Cantaloupe meloenen behoren.

 

Kan een meloen worden ingevroren?

Ondanks hun hoge watergehalte kunnen meloenen worden ingevroren. Ontpitte vruchtstukken worden in invrieszakken worden ingevroren. Na het ontdooien wordt het vruchtvlees al snel zacht. Het vruchtvlees is dan niet verloren, maar kan als smoothie of ijs worden verwerkt. IJsblokjes van meloen kan van gepureerd vruchtvlees worden gemaakt.  

 

Verdere informatie

Er is bijna niks wat op hete zomerdagen voor meer verfrissing zorgt dan een sappig stuk meloen. De meeste mensen denken dat dit fruit is, maar de meloen behoort tot de groente net als komkommer, pompoen of courgette. Samen met de suikermeloen (cucumis melo) behoort ook de watermeloen (citrullus lanatus) tot het pompoengeslacht (curcurbitaceae). Hoewel ze verwant zijn aan elkaar, zijn het verschillende planten en vruchten. Het kweken van een watermeloen is bij ons bijna onmogelijk en is, doordat ze ook geen vruchten vormen, weinig zinvol. De watermeloenen in een kas kweken kan een poging waard zijn. Bij normale tuinomstandigheden en tijdens warme jaren is het wel mogelijk een suikermeloen te kweken.

Oorspronkelijk is de suikermeloen afkomstig uit de droge regio’s van Centraal- en Zuid-Afrika. Dit verklaart ook de grote behoefte aan warmte, die bij ons meestal niet of niet voldoende voorhanden is. Meloenen zijn tegenwoordig belangrijke planten en worden overal op aarde in tropische of subtropische gebieden gekweekt.

Meloenen zijn éénjarige groenteplanten, die net als de pompoen meerdere meters lange takken vormen. Ze groeien laag bij de grond en sieren zich met donkergroene behaarde blaadjes. Zowel gele mannelijke als ook vrouwelijke bloemen bevinden zich aan een meloenplant. Na de succesvolle bevruchting moet er tot de late zomer of herfst worden gewacht voordat uit de vrouwelijke bloemen vruchten zo groot als kinderhoofdjes, met een stevige schil gaan groeien. Afhankelijk van de soort is het vruchtvlees, rood, oranje, geelgroen tot wit gekleurd. Een hoog watergehalte zorgt voor hun naam als vitamine- en minerale dorstlesser.

Trusted Shops Guarantee