Groenten-collectie

Alle 3 groentesoorten houden van warmte en geven daarom de voorkeur aan een zonnige, beschutte plek die beschermt tegen regen en wind. U moet niet te vroeg beginnen met planten, want de groente verdraagt over het algmeen geen vorst. De bodem moet goed doorlaatbaar en rijk aan voedingsstoffen zijn. Ter voorbereidng kunt u in de herfst humus aan de bodem toevoegen en inharken. Stuwvocht moet worden vermeden.
 

Verzorging en bemesting
 

Komkommer

Hoe warmer de temperatuur in de zomer, des te sneller groeit de komkommer – tot een lengte van 4 meter. De komkommer heeft in de zomer veel water en meststoffen nodig (bijvoorbeeld nr. 994 of 928). Concurrentie door wortels van bomen en onkruid moet worden vermeden.

Tomaat

De tomatenplanten moeten niet te dicht bij elkaar worden geplant (minstens 40 cm afstand), zodat de zonnestralen ook als de plant groter is de grond kunnen bereiken. Geef uw tomaten een steunpaaltje (tomantenstaaf) waaraan u ze kunt vastbinden. Zijscheutjes, die de plant onnodige kracht kosten moeten worden verwijderd (dieven). Het is raaadzaam om de plant regelmatig te controleren op zijscheutjes en deze zo snel mogelijk te verwijderen. Hoe groter de zijscheuten worden, des te groter worden ook de wonden aan de plant.

Paprika

Als de bodem droog is moeten de parika´s water krijgen, u moet alleen van onderen water geven, de bladeren moeten droog blijven. Bemest uw paprika´s met verschillende soorten gemengde meststoffen (bijvoorbeeld nr. 908, 994 of 928).

Waarom veredelen ?

Bij veredeling groeien twee planten samen. De techniek van de veredeling wordt toegepast om de voordelen van een moderne soort met een hoge opbrengst en goede vruchteigenschappen te combineren.met een andere soort die goede worteleigenschappen heeft. De „andere“ soort wordt op de onderstam veredelt. Een veredelde groentesoort is resistent tegen de wortelziekte en geeft ook op verarmde grond een hoge opbrengst.