Argentijnse munt (Lippia polystacha)
Deze heerlijk naar munt (kaugom) ruikende struik komt uit Zuid-Amerika. Hij is nauw verwant aan de Citroenverbena. De fijne blaadjes kunnen zo van de struik worden gegeten en verfrissen de adem. Bovendien kunnen de blaadjes ook heel goed voor thee worden gebruikt. Het aangename en niet dominante muntaroma is zeer geschikt om met andere theekruiden te mengen. Ook vruchtdesserts krijgen een frisse, extravagante smaak als een paar klein gesneden blaadjes worden toegevoegd. De bladeren kunnen gemakkelijk van de steel worden verwijderd. Ze worden direct vers gebruikt of op een donkere, luchtige plek gelegd om te drogen.
Gebruik
• Oogst: een tak van 10-20 cm lengte afknippen. Met één hand bovenaan vasthouden en met de andere hand de blaadjes tegen de groeirichting in eraf halen. Als verfrissing kunnen 2 blaadjes op de tong worden gelegd. Het bevordert de doorbloeding in de mond en het gehemelte en verfrist op een aangename manier. Absoluut niet vergelijkbaar met het scherpe mentholaroma van bv. hoestbonbons.
• Theerecept: voor een heerlijk geurende, verfrissende en opwekkende thee kunt u ca. 10 blaadjes in een kopje doen, heet water erover gieten en ca. 5-10 minuten laten trekken.
Verzorging
• De argentijnse munt heeft een losse, doorlaatbare bodem nodig op een zonnige standplaats
• De munt verhout snel en kan zelfs als hoogstam worden gekweekt
• De plant is weliswaar uiterst robuust, bossig en verdraagt kou maar is op onze breedtegraad niet winterhard. Daarom moet de plant vorstvrij, zo mogelijk koel overwinteren. De struik verliest gedurende deze tijd zijn bladeren maar deze komen in het voorjaar weer terug.
• De munt is een ideale potplant. Zij wordt ca. 1,50 m hoog en kan naar behoefte worden gesnoeid en gevormd.
• De struik is sowieso een groeiwonder. Zij kan ca. alle 6 weken worden gesnoeid, oftewel geoogst worden en groeit dan met alle kracht verder tot de volgende oogst.