Vitafit-Beere® (Schisandra chinensis - Wu Wei Zi)
Wie uien wil kweken, maar niet zoveel geduld heeft om een half jaar te wachten tussen het uitzaaien en oogsten kan goed gebruik maken van pootuien, die de wachttijd aanzienlijk reduceren. Pootuien hebben een zonnig plekje in de tuin nodig. De bodem moet makkelijk doorlaatbaar zijn en vrij van onkruid. Om besmetting met echte meeldauw te voorkomen moet de plek ook luchtig (winderig) zijn. Tussen maart en april kunt u de eerste pootuien planten. De rijen moeten een afstand hebben van 20 cm. Elke 10 cm kan een ui worden gepoot – zo diep dat een derde gedeelte nog boven de grond uitsteekt. Wanneer u de uien dichterbij elkaar poot, riskeert u meeldauw. Uiterst geschikt is een plek waar 2-3 jaar geen uien hebben gestaan, dan zijn er voldoende voedingsstoffen beschikbaar, zodat zich gezonde uien kunnen ontwikkelen. Ook in de herfst kunt u pootuien poten: winterpootuien worden in september/oktober gepoot en ontwikkelen dan wortels. De oogst kan dan vanaf juni plaatsvinden.
Verzorging en oogst
Na het poten van uien moet u de bodem regelmatig goed doorlatend en vrij van onkruid maken. Regelmatig water geven en bemesten van de jonge planten is belangrijk voor een gezonde groei. Wie teveel water geeft heeft loopt het risico dat de wortels gaan rotten en daardoor de oogst mislukt. Compost is als meststof goed geschikt. Pootuien zijn sneller klaar om uit te rooien als gezaaide uien. Wanneer de bladeren geel worden en omvallen zijn de uien klaar om gerooid te worden. Pas als de bladeren volledig zijn uitgedroogd en het droog weer is kunt u gaan oogsten. De uien daarna op de aarde of onder een dakrand regelmatig omdraaien en een paar weken laten drogen, zodat de uien stevig zijn en niet zo snel uitlopen. De opslag van uienbollen moet plaatsvinden in een verwarmde ruimte tot 20 ° C, waardoor het hinderlijke uitlopen wordt voorkomen.