Mangoboom (Mangifera indica)

De mangoboom wordt in de tropen en subtropen op grond van zijn heerlijk smakende vruchtengekweekt. De groenblijvende, krachtig groeiende mango bereikt in haar natuurlijke oorsprongsgebied van Indië tot Birma een hoogte van tot wel 30 meter, heeft daar echter vele jaren voor nodig. In een kuip wordt de mango ca. 2-3 meter hoog en bloeit in de vroege zomer.

Standplaats/ verzorging

In de zomer staat de plant het liefst op een zonnige standplaats, ook graag op het balkon of terras. In de winter zo mogelijk op een lichte plaats. Mango bomen houden van een relatief droge plaats maar veel liever van een hoge luchtvochtigheid. Tijdens de groeiperiode heeft de plant het graag warm. Jonge mangobomen kunnen bij voldoende licht in de winter in een verwarmde kamer staan (15-20° C), grotere potplanten kunnen ook op een vorstvrije lichte plek staan (kort +3° C, liever 5-10° C). Hoe warmer het is, hoe lichter de plaats moet zijn.

De kroon groeit van nature goed compact en hoeft niet regelmatig te worden gesnoeid. Te lange, niet vertakte twijgen kunnen het beste na de oogst of na de winterrust worden teruggesnoeid.

Waterbehoefte

De waterbehoefte is sterk afhankelijk van het aantal bladeren. Hoe meer bladeren, hoe meer water. Vermijd stuwvocht. Het water mag niet teveel kalk bevatten.

Potgrond/ bemesten

Het substraat moet doorlaatbaar en licht zuur zijn. Bij grotere planten deels kleiachtig. De voedselbehoefte is matig tot hoog. Bemesten wekelijks van april tot september met een samengestelde meststof.