Vlier (Sambucus)
„Voor de vlier moet men zijn hoed afdoen”, dat is een oud gezegde. Dit betekent dat onze voorvaders de vlier al wisten te waarderen. De traditionele bloeiende struik heeft veel te bieden. In de lente dragen ze tuilen van van talloze bloemen. Ze verspreiden een zoete geur en zijn bij bijen en andere insecten vanwege de hoeveelheid nectar erg geliefd. De bloemen ontwikkelen zich in de herfst tot kleine zwarte bessen, die botanisch gezien eigenlijk steenvruchten zijn.
Standplaats/ verzorging
Ondanks de verschillende kwaliteiten is de vlier zeer robuust en niet veeleisend . De vlier geeft echter de voorkeur aan een vochtige, leemachtige bodem met een veel humus en kalk. Een zonnige plek heeft hij het liefste, wat ook goed is voor de vruchten, maar u kunt de vlier ook op een schaduwrijke plek planten.
Oogst
Zodra alle vruchten blauw-zwart verkleurd zijn kunt u de trossen met bessen plukken.Rotte of onrijpe bessen verwijderen. De rest kunt u dan met een vork van de stengel ritsen, daarna kunt u de bessen als sap of gelei verder verwerken. U kunt ook de trosjes invriezen en dan in een bevroren toestand de bessen los schudden. De bessen zijn niet geschikt om ongekookt te eten, ze bevatten giftstoffen die bij de menselijke spijsvertering problemen veroorzaken. Door de bessen te koken worden deze giftstoffen verwijderd.