Zomerklokje (Leucojum aestivum)
Door zijn oorspronkelijke charme past het zomerklokje uitstekend in een natuurlijke tuin. Hij is bijzonder geschikt voor rotstuinen, bakken, bloemperken en borders, onder bladverliezende bomen of struiken en als wilde bloemen in parken en in het gras. Erg mooi is de combinatie met andere bloembollen zoals krokussen, sterhyacinten of narcissen.
Deze prachtige voorjaarsbloeiers lijken op sneeuwklokjes en worden zodoende vaak door elkaar gehaald. Zomerklokjes worden echter veel hoger en hebben ook grotere bloemen. De bloemen zijn wit, klokvormig en hebben kleine groen-gele bloemdekslippen. Zij verspreiden een aangename geur.
Standplaats / Verzorging
Hij gedijt goed in een vochtige, humeuze bodem, het liefst op een zonnige tot halfschaduwachtige standplaats. Deze bloembol kan bv. in de lichte schaduw van struiken groeien, hoewel de grond niet vol met wortels mag zijn omdat het zomerklokje de wortelconcurrentie van andere planten niet verdraagt. Het beste plant men de kleine bollen zo vroeg mogelijk in de herfst, uiterlijk tot eind oktober. Geplant wordt in groepjes. De plant het liefst aan zich zelf overlaten, zo groeit hij het beste. De plant ook niet door tuinieren (bv. schoffelen) storen. Daar waar de plant zich goed voelt, vermeerderd hij ook zichzelf. Hij is ook geschikt als snijbloem.