Tacca (Tacca chantrieri)
Deze tropische rariteit uit Nepal, ook vleermuisbloem, kattensnor of duivelstong genoemd, trekt alle aandacht. De bloemen die ieder jaar, hier meestal in de late zomer (juni-november) tevoorschijn komen, bestaan uit donkerviolet-wit gekleurde kelkbladen waaruit lange draden komen en de eigenlijke bloem die in het centrum zit. Zij bloeien ca. 5 maanden lang na de inplanting en daarna 3-4 maanden lang met tot 3 bloemen per knol.
Standplaats / Verzorging
De Tacca op een niet te lichte (halfschaduw) maar het hele jaar door kamer-warme standplaats zetten en direct zonnenlicht (vooral in de zomer) vermijden. Gebruik normale bloemenaarde evt. met tuinaarde of turf gemengd. Plant de plant zo, dat de wortel net met aarde bedekt is. Oude bladresten zouden uit de grond moeten steken om verrotting te vermijden. Belangrijk is het de plant regelmatig te bemesten.
Na de bloeiperiode kan de bloemsteel gewoon worden afgesneden. Al naar gelang de standplaats verwelken de bladeren in de late winter. De planten slaan hun krachtreserves in de dikke wortels op. Tot aan de lente droog houden (niet laten uitdrogen). Dan lopen deze curiosa weer opnieuw uit. De tacca alle 2 jaren verplanten in verse grond. Na het verpoten de plant de eerste dagen sproeien tot er nieuwe wortels zijn ontstaan.
Water
Taccas houden van een hoge luchtvochtigheid en een steeds vochtige, maar niet "te natte" grond. Laat daarom ook geen water in de overpot of op de onderzetter staan, maar giet de plant naar behoefte. Bij het gieten er op letten dat er een beetje water in de bladholtes wordt gegoten, dat bevorderd de groei van een jonge, nieuwe bloemsteel. Regelmatig besproeien.