Ranonkel correct planten, snoeien en overwinteren
Inhoudsopgave
Hoe wordt de ranonkel correct geplant?
Tegenwoordig wordt de ranonkel overwegend als eenjarige plant gekweekt. Ze zijn nog minder winterhard dan de tuinanemoon (Anemone coronaria). Daarom worden de klauwachtige bollen meestal pas in de lente geplant. In milde regio’s kunnen ze met bescherming het hele jaar door in de volle grond blijven. De bolgewassen kunnen van tevoren worden geteeld als ze al in de late winter in potten worden gezet. Uitgedroogde bollen kunnen overnacht in lauwwarm water gedompeld worden. Hierdoor wordt het uitlopen gemakkelijker. De dag daarop worden ze ca. 2 cm diep in een voedingsrijke, goed doorlatende grond geplant. Voor het kweken in een pot wordt een hoogwaardige potgrond aanbevolen die met grof zand of grind wordt gemengd. De potten worden vervolgens in een koude kas of in een beschutte koude bak gezet. In het begin moet er terughoudend water worden gegeven. Verhoog de hoeveelheid water pas als de uitlopers krachtig zijn.
Welke standplaats is geschikt voor ranonkels
De hanenvoet, zoals de ranonkel, vanwege de klauwachtige bolletjes, vroeger ook wel genoemd werd, houdt van een lichte tot zonnige standplaats. Zodra de nachten vorstvrij blijven, worden de potten, indien mogelijk, vroeg naar buiten gebracht.
Met het planten in de volle grond is het beter nog even te wachten. Zodra de grond het toelaat en de maartzon de bodem verwarmt, worden de ranonkel bollen in de volle grond geplant. Aan te bevelen is een afstand van minstens 10 cm. Bij een zware grond wordt een zandlaag op de bodem van het plantgat aangebracht en de bollen erop gelegd. Zo wordt vochtophoping vermeden, die bij heftige regenval op zou kunnen treden. De bollen zitten, net als in de pot, net onder de grond en worden slechts met 2 cm aarde bedekt. Intensief gieten is in de tuin nauwelijks nodig, want in de lente is de normale neerslag voldoende.
Het zelf kweken uit ranonkel zaad begint al veel vroeger, namelijk in de herfst van het jaar daarvoor. Het zaad wordt in kweekpotjes met losse kweekgrond gezaaid en beschut in een koude kas of koude bak overwintert. De eerste bloemen verschijnen al midden in het voorjaar op de zaailingen van het vorige jaar.
Hoe worden ranonkels correct verzorgd?
Vanaf het planten totdat ze uitlopen, worden ranonkels matig gegoten. Herkenbare schade door vraat aan de jonge uitlopers komt door slakken. De jonge blaadjes zijn heel aantrekkelijk voor dit ongedierte. Als er meer blad verschijnt en de groei sterker wordt, wordt het gieten verhoogd. Als de bloemen zijn uitgebloeid en de stengels geel beginnen te worden, wordt het gieten weer minder en later gestopt. Maandelijks wordt bemest met een meststof voor bloembollen. Als de bloemen zich ontwikkelen hoeft er niet meer bemest te worden.
Hoe worden ranonkels gesnoeid?
De bloeiperiode van ranonkels is nogal kort. Ze worden bij voorkeur gekweekt als snijbloemen en niet als weelderige tuinsierplanten. De bloemen worden in de knop, zo mogelijk met een lange steel afgeknipt. Een scheve snede verzorgt de snijbloemen optimaal met water waardoor ze wel een week lang in de vaas houdbaar zijn. Zodra de scheut na de bloei verwelkt en afsterft, worden de plantendelen boven de grond afgeknipt. Daarmee begint de rusttijd van de ranonkels waardoor ze ook geen vocht meer nodig hebben.
Hoe overwinteren ranonkels?
Als de ranonkels zich teruggetrokken hebben en de rustperiode is begonnen, worden de klauwachtige bolletjes uitgegraven. Ze worden enkele dagen aan de lucht gedroogd. Vuil en aardresten aan de bollen worden met een borsteltje verwijderd. Vervolgens worden ze in een droge en koele winteropslagplaats gebracht, het beste in zand gelegd, dit vergelijkbaar met de overwintering van dahlia’s. Grote bollen kunnen gedeeld worden. In milde gebieden hoeven de bollen niet uitgegraven en overwinterd worden. De bollen kunnen in de volle grond blijven en met droog blad beschut worden. Een folie, die over het blad wordt gelegd, zorgt voor een bescherming tegen water tijdens de rustperiode.
Hoe kunnen ranonkels worden gebruikt?
Ranonkels zijn geliefde vroege bloeiers, die met grote, vaak goed gevulde bloemen in alle kleuren, het begin van de lente inluiden. Ze worden meer gewaardeerd als houdbare snijbloemen dan als sierplant in de tuin. Op het balkon of in een pot geplant, stralen de bloemen en verrijken indrukwekkend bonte voorjaarsarrangementen.
Wanneer bloeien ranonkels?
Ranonkels bloeien in de lente. Het hangt ervan af, of de bollen al in de herfst zijn geplant en beschut overwinterd hebben, of dat ze pas in de lente geplant worden. Beschutte herfstbeplantingen bloeien vaak al eind februari. In maart geplante ranonkel bollen, bloeien in april of mei, soms ook pas in juni.
Zijn ranonkels giftig?
Ranonkels behoren tot een hanenvoeten soort, die bekend staan giftig te zijn. Ze bevatten verschillende inhoudsstoffen die bij de consumptie ervan tot vergiftigingen kunnen leiden. Het plantensap veroorzaakt huidirritatie bij contact.
Verdere Informatie
Ranonkels, de opvallende voorjaarsbloeiers, zijn de geheime favorieten van de bloemist. Het gaat om de Perzische boterbloem (Ranunculus asiaticus), die behoort tot het grote geslacht der boterbloemen. Er staat niet vast hoeveel broers en zussen de ranonkel heeft. De cijfers schommelen tussen 400 en 1.600 soorten wereldwijd. Ranonkels zijn overwegend kruidachtige vaste planten, waarvan sommige een- of tweejarig zijn, afkomstig uit de gematigde breedten van de wereld en uit het hooggebergte van de tropen. Hanenvoeten, zoals ze in het verleden ook wel genoemd werden, groeien in zomerdroge gebieden tot moerassen en ondiepe waterzones.
Het blad is ingesneden, glad en deels behaard. Onder de grond vormen de ranonkels wortelstokken, vezelige wortels of knollen.
Tot de knolvormende soorten behoort de Perzische boterbloem, in de volksmond bekend als ranonkel (Ranunculus asiaticus). Hij is afkomstig uit het oostelijke Middellandse Zeegebied, hoewel de zuivere soort tegenwoordig van weinig belang is voor de tuinbouw. Interessanter zijn grootbloemige cultivars die indruk maken door hun prachtige kleuren, grote bloemen of lange houdbaarheid als snijbloem. Ranonkels vormen vlezige, cilindrische wortelstokken in de grond die klauwachtig zijn. Ze hebben drietandige bladeren met gekartelde afrondingen aan de voorkant van het blad, die een ruigharige scheut vormen. De decoratieve bloemen verschijnen op stengels van ongeveer 30 cm hoog. Bijna alle tuinvormen zijn half- of geheel dubbel. Ze zien eruit als bloemenballen in de prachtigste kleuren.
Ranonkels worden verdeeld in vier groepen:
- Turkse ranonkel - Bekend sinds de 16e eeuw als tulband ranonkel met dichte, volle bloemen.
- Perzische ranonkel - Zwakkere dubbele hybriden met een wat latere bloei.
- Franse ranonkel - Ontstaan in Frankrijk tegen het einde van de 19de eeuw met grote bloemen en bijna bladerloze stengels.
- Pioenbloemige ranonkel - Begin vorige eeuw in Italië gekweekt met nog grotere, pioenachtige bloemen.
Ranonkels zijn waardevolle voorjaarsbloemen, die samen met viooltjes (Viola), madeliefjes (Bellis) of muurbloempjes (Erysimum) de lente inluiden op het balkon of in de bloembak. Ze verwennen het oog met heerlijke kleuren na de lange winterslaap. Ze zijn prachtig als snijbloem omdat hun bloemen vele dagen in de vaas blijven staan. Daarom geniet de ranonkel een belangrijke status in de professionele tuinbouw.