Lelies verzorgen
Inhoudsopgave
- Leliesoorten
- Lelies planten
- Lelies verzorgen
- Lelies overwinteren
- Lelies snoeien
- Lelies vermeerderen
- Lelies FAQ
- Verdere Informatie
Welke soorten lelies zijn er?
Van de lelies zijn er ongeveer 100 soorten, die vanuit Azië, over Europa tot naar Noord-Amerika zijn verbreid. Bekende leliesoorten zijn b.v. de vuurlelie (Lilium bulbiferum), de Madonnalelie (Lilium candidum), de in de Alpen verbreidde Turkse lelie (Lilium martagon), de lakrode koraallelie (Lilium pumilum) of de marialelie (Lilium regale).
Uit deze en andere leliesoorten zijn talloze kruisingen en teelten ontstaan, die op blauw na vrijwel het hele kleurenspectrum vertonen.
Hoe worden lelies correct geplant?
Lelies zijn op zoek naar een zonnige standplaats waar hun voeten in de schaduw staan. Ook halfschaduw aan de randen van bomenrijen is mogelijk. Te diepe schaduw is ongeschikt, omdat lelies dan hun bloeivermogen verliezen, zich uitstrekken naar het licht en omvallen. Het is belangrijk, dat de bodem goed waterdoorlatend is en idealiter wordt verrijkt met humeuze (loof-) compost. Een speciale pH-waarde is alleen in uitzonderlijke gevallen vereist. De meeste soorten komen goed overweg met een neutrale tot zwak zure grond.
Het planten vindt plaats in de herfst op een voorbereide standplaats. De bollen worden ca. 2 tot 3 keer zo diep geplant als ze hoog zijn. Dit is vergelijkbaar met de afstand, die ongeveer de drievoudige doorsnee van een bol zou zijn. De Madonnalelie verschilt van deze regel, omdat ze vlak onder het grondoppervlak wordt ingeplant.
Een verplanten van de lelies is mogelijk na het begin van de rustfase resp. het afsterven van de spruit. De leliebollen worden voorzichtig uit de grond genomen, dode plantenweefsels verwijderd en op de nieuwe standplaats geplant. Het verplanten is raadzaam na een paar jaar, wanneer de bloeikracht van de lelies merkbaar afneemt.
Hoe wordt voor lelies gezorgd?
Tijdens de groeiperiode is een gelijkmatige watervoorziening belangrijk. Zowel overmatig als ook te weinig bewateren heeft een negatief effect op de ontwikkeling van de planten. Vooral te veel vocht zorgt ervoor dat de bollen gaan rotten, b.v. de stengelrot. Daarom is het belangrijk dat overtollig water kan spuien.
Bemesting kan worden uitgevoerd met chloridevrije bloembollenmeststoffen, die eenmaal in het voorjaar met een matige dosering worden gebruikt. Wilde lelies hebben geen extra voedingsstoffen nodig. Hier zijn de voedingsstoffen uit natuurlijke ontbindingsprocessen voldoende. In plaats van minerale meststoffen kunnen alternatief organische materialen, zoals hoornspaanders of rotte loofcompost, in de grond worden gelegd.
De plantenbescherming is een groot probleem bij lelies. Lelies zijn gevoelig voor talrijke ziektes en plaagdieren, als b.v. vooral het leliehaantje, een glanzend rode kever met een zwarte kop. De plaagdieren treden op tussen maart en april, vanaf mei hun oranjerode larven op alle plantendelen en veroorzaken enorme vreetschades. Bij een mindere aantal is het regelmatig ophalen de beste optie. Biologisch kunnen wormkruidtee of speciale bestrijdingsmiddelen helpen. Verdere schade kan worden veroorzaakt door bladluizen, tripsen, slakken, larven van langpootmuggen of woelmuizen. Hoge vochtigheid leidt tot schimmelinfecties aan de basis of bol, b.v. het Botrytis-rot.
Hoe worden lelies correct overwinterd?
Bepaald harde lelies kunnen buiten met een dikke winterbescherming uit droge bladeren en een folieafdekking overwinteren. In het voorjaar kan late nachtvorst de jonge scheuten beschadigen. Een overwintering binnen in het huis is alleen nodig voor vorstgevoelige soorten. Voor deze lelies is het raadzaam om ze in een pot of bak te bewaren. De bollen zijn tijdens de winter in hun rustfase. Ze hebben een koele plek nodig – vorstvrij, maar een paar graden boven nul. Het mag niet te warm zijn om het vroegtijdig uitlopen te voorkomen. Zolang kunnen de rustende leliebollen in het donker doorbrengen. Alleen als er groen ontstaat, hebben ze licht nodig. Ze hebben slechts zelden water nodig, het substraat blijft zoveel mogelijk droog.
Hoe worden lelies gesnoeid?
Lelies worden voor hun rustfase na het afsterven van de spruit teruggesnoeid. Ziek plantenmateriaal wordt niet op de compost maar in de biobak verwijderd. Als snijbloem worden de bloemenstelen afgesneden wanneer de eerste bloemen beginnen te openen. Het is raadzaam om de resterende scheut met bladeren te laten staan, zodat de lelies nog kracht kunnen opdoen en in de bol kunnen verplaatsen.
Hoe worden lelies vermeerderd?
De zaden van vorstharde lelies kunnen direct na de rijpheid van het zaad in de volle grond worden uitgezaaid. Gevoelige lelies hebben een zaaitemperatuur van ca. 13 tot 18 graden nodig. Bij het ontkiemen zou u op slakkenvreterij attent zijn, omdat jonge zaailingen een magische aantrekkingskracht hebben.
In de herfst na het intrekken worden afleggers en dochterbollen van de leliebollen verwijderd. Spruitvormende bollen worden in de zomer verwijderd en in vermeerderingsbakken verspeend.
Lelies FAQ
Hoe vaak bloeien lelies?
Lelies zijn bolplanten, zodat er geen aansluitende knopvorming plaatsvindt. Als een bloeiwijze volledig is verbloeid, begint daarop de rustfase.
Van welke belang zijn lelies?
Lelies zijn een van de oudste sierplanten en zijn tegenwoordig van groot belang als snij- en kweekplant.
Hoe lang bloeien lelies?
De bloeitijd is afhankelijk van de standplaats, water en voedingsstoffen. Gewoonlijk bloeien de lelies twee tot vier weken.
Verdere Informatie
Lelies zijn bekend bij elke bloemvriend. Het geslacht bestaat uit ca. 100 bolvormende soorten, die inheems zijn in Europa, Azië en Noord-Amerika tussen bomenrijen en weidegebied. Uit de bollen loopt een onvertakte rechtopstaande spruit uit. Bij sommige soorten groeien wortels boven de bol op de plantenbasis. Langs de spruitspil ontwikkelen zich langwerpige tot lancetvormige bladeren met een glanzend groene kleur. Afhankelijk van de soort kunnen lelies zeer groot worden, soms tot 3 meter.
Lelies zijn heel geliefd voor hun bloemenpracht. De grote bloemen zijn uiterst decoratief, sommige soorten geuren intensief en zijn geschikt als snijbloem voor de vaas. De bloemen staan rechtop, geknikt of zijdelijk in druiven, pluimen of bloemschermen. Hun vorm kan beker-, schaal-, bel-, trompet-, trechter- of tulbandvormig zijn. Leliebloemen bestaan uit 6 vaak gebogen bloembladeren en opvallend uitkomende meeldraden. Behalve blauw zijn er lelies in alle kleuren, van eenkleurig tot gevlekt, gestreept of gevlamd.
Vanuit de wilde vormen zijn een ontzaglijke aantal culticars en teelten ontstaan. Ze kunnen aan de hand van hun afkomst en bloemvorm in 9 categorieën worden onderverdeeld:
- Aziatische leliehybriden – kruisingen van Aziatische soorten meestal zonder geur
- Hansonii leliehybriden – afkomstig van Lilium martagon en Lilium hansonii met tulbandvormige bloemen
- Candidum leliehybriden – van Europees afkomstige lelies (behalve Martagon) met tulbandvormige, soms geurende bloemen
- Amerikaanse leliehybriden – lelies van Amerikaanse afkomst met tulbandvormige bloemen
- Longiflorum leliehybriden – grootbloemige lelies met geurende trechter- of trompetvormige bloemen
- Trompetleliehybriden – grootbloemige geurende lelies met trompetbloemen van Aziatische afkomst
- Oriëntaalse leliehybriden – lelies met deels geurende bloemen van Oost-Aziatische afkomst
- Ander leliehybriden – andere leliekruisingen
- Botanische leliesoorten – pure leliesoorten
In tuinen worden lelies gewaardeerd als attractieve blikvangers in bonte bloemperken, in combinatie met vaste planten, in rotstuinen en tuinen met wilde planten of als potplant. De bloemen zijn waardevolle snijbloemen, waarbij de pollen moeilijk verwijderbare vlekken op textielen kunnen veroorzaken.
De Madonnalelie (Lilium candidum) heeft zelfs in de natuurgeneeskunde een waarde. Het slijmachtige plantensap wordt gebruikt op geïrriteerd of beschadigd huidweefsel.